Wat doe je als kinderfysiotherapeut op Kempenhaeghe en De Berkenschutse? Loek Steenbeek geeft vanuit het team kinderfysiotherapie een kijkje in haar werkweek.
De maandag begint meteen actief. De hele dag op de manege om samen met andere collega’s (Eddy, Sanne en Inge) en drie vrijwilligers het therapeutisch paardrijden te begeleiden. Een van de cliënten is er ook al vroeg. Hij helpt mee met het borstelen. De paarden worden gevoerd en geborsteld en staan klaar als om 09.00 uur het vervoer van de school komt om de eerste kinderen te brengen. We gaan beginnen. Er komen 29 kinderen op maandag. De meesten van De Berkenschutse, een kindje van een woongroep en een paar kinderen die van extern komen. Alle kinderen krijgen aangepaste oefeningen en begeleiding. We lopen en rennen wat af die dag. Alle kinderen willen natuurlijk ook in draf en bij de meesten moeten we er wel naast blijven lopen. Die dag hebben we geen work-out meer nodig.
Dinsdag start ik met het begeleiden van een aantal kinderen tijdens de gymles zodat ze optimaal mee kunnen doen met de groep. Daarna loop ik naar de 3e kleuterklas om twee kinderen mee te nemen die samen oefenen. Het stimuleert hen enorm om zo over hun eigen grenzen te gaan. Hinkelen, springen, op één been staan, etc. Ze leren van en met elkaar. In het speelkwartier help ik een jongetje met het leren spelen. Door zijn ziekte heeft hij langdurig niets mogen/kunnen doen. Hij vindt veel voor andere kinderen normale dingen nog best spannend; klimmen op het klimrek of schommelen.
Na het speelkwartier is het tijd voor de ‘fietsclub’. Met collega Karlijn begeleiden we drie kleuters. We steppen om balans te leren houden, ‘fietsen’ met de loopfiets en gaan uiteindelijk natuurlijk ook fietsen op een tweewieler. Nee, geen zijwieltjes. Daar leren ze op een verkeerde manier hun balans te houden. Het jongetje dat na de fietsclub komt gaat mee naar de oefenzaal op school. Hij heeft moeite met de oog hand coördinatie en het evenwicht. We doen een balspel, trainen het evenwicht door te lopen over een evenwichtsbalk en proberen aan het eind van de behandelsessie dit te combineren. De laatste jongen van deze ochtend heeft Cystic Fibrosis (taaislijmziekte). Samen volgen we een oefenprogramma ter verbetering van de schouder- en rompspieren en werken aan de conditie.
Ook is er elke week op dinsdagochtend een onderzoek voor het programma ESK (epilepsie en het schoolgaande kind), we doen dit onderzoek bij toerbeurt. Deze week is collega Sylvia aan de beurt. Dinsdagmiddag en woensdagochtend staan deze week gepland voor overleg en vergadering van de ondernemingsraad waar ik voorzitter van ben.
Donderdag eerst twee behandelingen. Als ik het eerste meisje uit de klas haal is er in de klas veel gelach, ze willen allemaal mee maar dat doen we een ander keertje wel als de vakantie bijna begint. Het tweede meisje ken ik al heel wat jaren. Ze heeft een ernstige vorm van epilepsie (Dravet) en is nu op een leeftijd dat je dit gaat zien in haar houding en looppatroon. Ik zie haar nu een keer per maand om te controleren of ze haar vaardigheden blijft behouden.
Dan start het onderzoek voor programma 5 (epilepsie en ontwikkelingsstagnatie). Het is een klein jongetje van 2½ jaar. Om de ontwikkeling van de motorische ontwikkeling in kaart te brengen nemen collega Hestia en ik een gestandaardiseerd onderzoek af en observeren hoe het kindje beweegt. Het is fijn dat we onderzoek samen kunnen doen zodat degene die de test afneemt zich helemaal kan wijden aan het contact met het kind. Aan het einde van de ochtend hebben we locatieoverleg.
De middag start meteen weer met behandelingen. Eerst ga ik wandelen met een jongetje die de loopafstand moet gaan uitbreiden. Het is mooi weer dus dit is zeker geen straf voor me.
De andere vier kinderen die ik deze middag zie hebben therapie in de oefenzaal. Een meisje moet gestimuleerd worden in het uitbreiden van de kleutervaardigheden. Ze mag klimmen in het wandrek om diertjes boven op het wandrek te halen, via de ladder gaat ze weer terug. Het begint al aardig te lukken. Twee kinderen moeten vanwege hun aandoening (VCF syndroom en stofwisselingsziekte) leren omgaan met belasting/belastbaarheid: ‘Hoe ben ik actief maar niet zodanig dat ik aan het eind van de opdracht te moe ben’. Dat is best lastig voor kinderen van 8 en 9 jaar die graag en veel bewegen. Het laatste jongetje van die dag heeft problemen met spierkracht en balans. Vandaag gaan we touwtje springen. Dat is moeilijk vindt hij, maar hij probeert het goed.
Vrijdag is het maandelijkse consult van de revalidatiearts. Ook de orthopedisch schoenmaker en de instrumentmaker zijn hierbij aanwezig. Kinderen van Kempenhaeghe en De Berkenschutse komen om allerlei reden hier op het consult. Ik ben er bij om behandelingen toe te lichten, informatie door te geven en het consult zo goed mogelijk op tijd te laten verlopen.
's Middags weer begeleiding bij een gymlesje maar nu bij de kleuters. Bijna alle kinderen uit deze klas hebben ook individuele kinderfysiotherapie. Het is dus fijn om hen zo extra aandacht te kunnen geven. Vandaag hebben we luchtkussen. De gymleerkracht laat me behoorlijk mee doen, poeh poeh. Zo blijf je in beweging.
Aan het einde van de middag nog het MDO van programma 5. Kinderen die onderzocht zijn of nieuw zullen komen worden hier multidisciplinair besproken. Erg zinvol en leerzaam.
De week zit er op. Lekker weekend!